9 Dorpen

Dit stuk is nog niet af en zal in de loop van de tijd verder uitgebreid worden.


Ten Boer is een gemeente met 9 grotere dorpen.
Ten Boer Is het hoofddorp en de naamgever van de gemeente.
Ten Post
Lellens
Garmerwolde
Thesinge
Wittewierum
Winneweer
Woltersum
Sint Annen


Ten Boer


Is ontstaan langs de stadsweg met een buurtschap hij het damsterdiep (de Boltstreek). Is pas in de 20ste eeuw aan elkaar gegroeid. Na meerdere uitbreidingen is het veruit het grootste dorp van de gemeente.

>Naar boven

Lellens

is ontstaan als agrarische gemeenschap. Heeft een grote borg gekend.

>Naar boven

Garmerwolde

Met prachtige middeleeuwse kerk

>Naar boven

Thesinge

Thesinge is het dorp welke ontstaan is op de restanten van het vroegere klooster Germania. Van het oude klooster is nu enkel nog een gedeelte van (vroeger veel grotere) kerk over. Op de site van Thesinge vind u meer uitleg en informatie.

>Naar boven

Wittewierum


Ontstaan op de plaats van het klooster van Wittewierum.


>Naar boven

Winneweer


met de stoomzagerij en steenfabriek

>Naar boven

Woltersum


met de molen De Fram, onstaan rond de oude Fivel.

>Naar boven

Ten Post


Twee borgen hebben hier gestaan.

>Naar boven

Sint Annen

Sint Annen is het dorp wat gebouwd is op de plek van het vroegere klooster. Op het eerste gezicht lijkt er in Sint Annen weinig over gebleven van het klooster verleden. Er zijn geen gebouwen uit die tijd bewaard gebleven. Het bijzondere van Sint Annen is dat de indeling van het dorp de lijnen van het oude klooster volgt.

Sint Annen heeft een trapezium vorm. Het klooster was voorzien van zeer diepe en brede grachten en een zware stenen muur rondom. De gedeeltelijk nog aanwezige sloten rondom Sint Annen geven de oude grenzen aan. Aan de hoofdweg in Sint Annen op het hoogste gedeelte en ter hoogte van de kleine knik in de weg heeft de kloosterkerk gestaan.

In het kort de geschiedenis: waarschijnlijk heeft de edelvrouw Addyerth de Thyum rond 1340 aan de abt van de grote abdij van Aduard (Frederikus Gaaikinga) aangeboden de bouw van een klooster op haar landgoed op deze plek te financieren. De abt heeft in 1340 besloten om dit nieuwe nonnen klooster daadwerkelijk te bouwen. De voorlopige naam van het klooster was Klein Aduard. Op 4 juli 1344 heeft Paus Clemens VI de vestiging van het klooster bevestigd. Het bisdom waar deze streek onder viel was het bisdom van Munster. Bij de wijding van de kerk heeft de bisschop van Munster haar de naam Sint Annen gegeven, genoemd naar de heilige Anna (de moeder van Maria).

In de tachtigjarige oorlog (16de eeuw) is ook de provincie Groningen onrustig. In 1582 is het klooster overvallen en geplunderd door de soldaten van het Spaanse leger. In 1590 gebeurde dit opnieuw. Dit keer door een groep Geuzen. Deze hebben ook de nonnen ontvoerd en meegenomen naar Sneek. Voor de vrijlating is veel losgeld betaald.

1594 is het jaar dat de provincie alle bezittingen van de rooms-katholieke kerk tot haar eigendom verklaarde (de Reductie van Groningen). Hieronder viel dus ook het klooster van Sint Annen en de ongeveer 918 hectare grond die zij bezat. Voor de nonnen werden wel goede afspraken gemaakt. Ze krijgen een soort uitkering en woonruimte. In 1601 werden de gebouwen van het klooster verkocht aan de hoogst biedende en vanaf die tijd in gedeeltes afgebroken om de bouwmaterialen her te gebruiken.

De Cistecienzer orde waar het klooster onder viel is de strengste orde van haar tijd. De nonnen die in het klooster woonden waren het grootste deel van de dag bezig met gebed, lezen van christelijke literatuur en missen (kerkdiensten), maar ook wel met arbeid. De nonnen mochten het kloosterterrein niet verlaten. Het werken op de landerijen werd gedaan door broeders (monniken) en de lekenbroeders die buiten het klooster woonden op boerderijen (voorwerken genaamd). Wanneer er in de naam van een boerderij voorwerk voorkomt is dit omdat deze vroeger bij een klooster hoorde. De boerderij roggevoorwerk even ten zuiden van Sint Annen behoorde bijvoorbeeld tot het klooster van Wittewierum.
De inkomsten van het klooster kwamen voornamelijk uit de landbouw. Alleen de kloosters hadden destijds de organisatiegraad die nodig was om het ruige land in deze omgeving op grote schaal te ontginnen en te ontwateren. Hierdoor kregen de kloosters veel grond in bezit en was de invloed op het bestuur van wereldlijke instellingen als bijvoorbeeld de waterschappen groot.

>Naar boven













vrouger.nl